“De keramiek van Jean-Pierre Viot is niet gemakkelijk te definiëren. Zijn grote, informele stukken zijn vreemd en intrigerend. Ze zijn abstract, maar ook allusief en verhalend (hun titels wijzen ons in de richting van deze kleine flarden van een verhaal), maar bovenal bieden ze een vrolijke en grappige lezing van keramiek, die al lang geleden is bevrijd van alle beperkingen, geëmancipeerd van de knowhow van serviesgoed, industrie of zelfs architectonische beeldhouwkunst, gebieden waarin Jean-Pierre een uitgebreide kennis heeft omdat hij er lange tijd in heeft gewerkt (en in het geval van de laatste, nog steeds).
Deze sculpturen, die in geen enkele categorie passen, getuigen van de voortdurende verleiding om buiten de lijn, buiten de vorm te treden, en bieden een constante spanning tussen ontsnappen en vasthouden, momentum en slapte (waarin Maurice Frechuret een van de vormen van 'zachtheid' herkende die kenmerkend zijn voor de twintigste-eeuwse beeldhouwkunst). Er ontstaat een subtiel samenspel van energieën, dat niet alleen te maken heeft met de intieme kennis die de keramist heeft van het materiaal, maar ook met het plezier dat hij eraan beleeft, wat wordt afgemeten aan de rijkdom van de behandeling van de oppervlakken, de littekens, het stempelen, de indrukken en de gevoelige modellering die er kenmerkend voor zijn, de gedempte akkoorden van kleur of de verblindende frisheid van een rood of geel op een witte achtergrond die er een soort onverwachte draai aan geven.
Dit primitieve feest dat Jean-Pierre Viot in het atelier uitspeelt, om het ons aan het einde aan te bieden, is een constante in zijn werk, van het ietwat jazzy aardewerk uit de late jaren 50 dat zijn begin markeerde, over de wandsculpturen en fonteinen in steengoed uit de jaren 70, waarvan de oneffen oppervlakken het minerale evenaarden, tot de resoluut wilde raku-sculpturen uit de jaren 90. Zijn voortdurende toewijding aan het overschrijden van grenzen heeft hem in staat gesteld om het oneindige potentieel voor metamorfose te ontdekken dat alleen klei, van alle materiaalkunsten, bezit, aangezien hij achtereenvolgens met alle vormen van keramiek heeft gewerkt - aardewerk, steengoed, raku en porselein. Op deze manier heeft hij de evolutie naar onomkeerbare autonomie begeleid. Het is moeilijk om in zijn werk de ene techniek van de andere te onderscheiden. Het ontgaat ons.
Carole Andreani